(Uit het Boek van Blas)
Hij geloofde niet in God of Jezus, maar wel in Maria die hier aan de oever van de Arroyo de Los Franceses in de lente van 1983 voor hem verschenen was. Zijn verschijning bleek een Zweedse toeriste, maar voor Blas was het Maria die uit de hemel kwam. Hij had zelfs een kiekje van haar, zittend op zijn toen nog jonge muildier. Maria breed lachend en Blas met een grijns vol tanden naast haar. Hij bewaarde het kiekje als een relikwie op zijn borst, in een klein plastic mapje dat hij had gekregen van de postbode.
Ze had hem beloofd dat ze terug zou komen ooit, maar inmiddels zag Blas wel in dat dat niet gebeuren zou na al die jaren. Van Catalina van de postbode hoorde ik jaren later dat alle mannen uit het dorp verliefd waren geworden op de Zweedse engel die niet Maria heette, maar Ulka. Blas had alle jonge masculiene dorpsgenoten echter mooi te kijk gezet, toen zijn Maria besloot haar 3 weken natuurvakantie exclusief met hem en zijn muildier door te brengen. Ik stel me voor dat hij haar, grijnzend naast zijn muildier lopende, alle valleien, bossen en beekjes heeft laten zien, kruiden voor haar plukte en een witte roos voor haar jatte bij de boerderij van Manolo Montes die rozen kweekte, speciaal voor de kerkelijke feestdagen.
Arme Blas. Maria had zijn hart betoverd en gebroken.
Ulka Maria had dus ook met haar blote Zweedse voetjes in deze beek zitten wegdromen, met het uitzicht op de oude walnoten en de olijven, druiven en amandelen verderop. Misschien had haar mooie neusje ook de zoete geur van de kastanjebloesem en het gekneusde munt opgesnoven, samen met de houterige nestgeur van Blas, die waarschijnlijk ook toen al naar verbrand hout, rozemarijn en broeiend hooi rook.
Mooi om in de zeer spaarzame verhalen en herinneringen van de oude man mee te mogen dobberen. Maria was verdwenen, maar haar ziel kreeg ruim baan in het stille zwijgen van Blas, daar aan de oever van de Arroyo de los Franceses. De rest van haar schoonheid was verzegeld in de geuren en kleuren van gekneusd jong groen, de lentebries en het kwebbelende beekje.
Op een dag vond ik in een reistijdschrift een serie prachtige foto’s van Zweedse natuurlandschappen. Toen ik de foto’s aan Blas liet zien was hij lang stil. Ik vertelde hem dat dit het land was waar zijn Maria was geboren. Lachend zei hij: ‘Ik zei je toch dat ze uit de hemel kwam..’